Osteopathie en Schouderklachten

Frozen shoulder, impingement, painful arc, tennis en golf elleboog, carpale tunnel of trigger finger - allemaal veroorzaakt door ontstoken bindweefsel in de schoudergordel.
Op de foto van de klimmer zie je dit bindweefsel netwerk tussen bekken en vingertoppen in actie. Een schouderklacht - waar dan ook - verspreidt zich in hetzelfde gebied. Daarom: er is werk aan de winkel in de hele schoudergordel, wil je van je klacht afkomen.

Klimmer hangend aan arm en schouder in de rotsen

Fasciale vezels maken van individuele schouderspieren een prachtige samenhang. Maar ook spanning breidt zich in dit fascia netwerk uit.

Waarom is de schouder zo belangrijk!

Grijpen, hangen, werpen, slaan: dit zijn de hoofdfuncties van de schouders die ons van andere diersoorten onderscheiden.
Dankzij onze schouders kunnen we werken als boer, handwerker, muzikant, kok, geneeskunstenaar, schrijver, kapitein enzovoort.

Onze schouders brengen onze vingers naar het toetsenbord, ze laten ons versnellingen in de auto wisselen, een boterham smeren, de borden uit de keukenkast halen, iemand omhelzen.

Iets tussen duim en wijsvinger vasthouden is uniek voor de mens, maar zonder goed werkende schouders lukt dit niet echt!

Zo ziet de schouder er uit

De 4 (!) verschillende schoudergewrichten

Onze bovenarm hangt in het schoudergewricht aan het schouderblad vast.
Het schouderblad beweegt vrij glijdend over onze achterste borstkas heen.
Het sleutelbeen verbindt het complex bovenarm/schouderblad met ons skelet in het borstbeen en begeleidt zijn bewegingen. Zijn beide uiteinden vormen twee gewrichtsvlakken: S/C (borstbeen of Sternum met sleutelbeen of Clavicula) en A/C (schouderdak of Acromion en sleutelbeen of Clavicula) gewrichten.

De kop van het bovenarmbeen raakt het schouderblad nauwelijks, maar wordt door spieren vastgehouden. Deze losse bouwwijze laat de arm vrijer bewegen dan bij welke diersoort ook.
Elke schouderbeweging loopt door tot aan de vingers, let er maar eens op.

De kleine borstspier zit onder de voorkant van het schouderdak vast en loopt naar het midden van de borst. Ook de biceps zitten daar aan vast en lopen door naar de bovenarm.

Grote rugspieren lopen van de onderrug naar schouderblad, bovenarm en schedelrand. Het zijn dus eigenlijk schouderspieren, net als de grote borstspier.

Vanaf het bovenste deel van de nek loopt een spiertje naar de bovenste hoek van het schouderblad en beweegt omhoog bij het tillen van de arm.

Een spier onder het sleutelbeen verankert het in het borstbeen. Ook de grote halsspier loopt vanaf de schedelonderrand naar het sleutelbeen en heeft grote invloed op zijn bewegelijkheid.

Vanwege deze uitgebreide verbindingen is bij klachten meestal de hele schoudergordel betrokken.

Fascia - het bindweefsel netwerk van de schouder

Afbeelding van het fasciale netwerk van de schoudergordel

Het doorlopende netwerk van de vliezen van de schoudergordel

In blauw zie je de vliezen van de schouderspieren. Als een samenhangend netwerk lopen ze door van vingertoppen tot bekken. Dit netwerk is onder andere belangrijk voor de coördinatie van beweging en houding.

In de vliezen ontstaan verklevingen die beweging pijnlijk maken. Ingebed in de fascia ligt het zenuwstelsel en reageert op spanning of verklevingen met aanpassingen van bewegings- en houdingspatronen.

Dit verklaart ook waarom een polsklacht vraagt om behandeling van de hele schoudergordel.

Bijna alle klachten van de schoudergordel ontstaan in het fasciale netwerk door veranderde patronen van ademhaling, houding en beweging. Daardoor bouwt spanning op die soms maandenlang kan blijven hangen en de aansturing van bewegingen verstoort en pijn veroorzaakt.

In het artikel over bindweefsel vind je daar meer informatie over.

Schouderklachten en osteopathie

Schouderklachten ontstaan vaak door verklevingen in de schouderspieren. Ook de receptoren van het zenuwstelsel die daarin liggen worden verstoord en geven signalen onzuiver door en maken bewegingen onzeker.

Langzame, smeltende druk met vingers of ellebogen op het bindweefsel opent de verklevingen en vermindert chronische spanningspijn.

Hieronder zie je een behandeling met myofascial release. De druk voelt soms intens aan, diep ademen helpt bij het loslaten van de spanning. Spanning en chronische pijn worden als uit een tube geknepen. Vrij direct neemt de bewegingsruimte toe.

Myofascial release van m. supraspinatus voor het vrijmaken van verklevingen

Loop je al te lang met schouderklachten?

De meeste schouderklachten laten zich goed behandelen. Na 3 behandelingen bij de osteopaat heb je duidelijk meer ruimte en geniet je van een veel grotere bewegingsvrijheid.

Vorige
Vorige

Bekkenklachten

Volgende
Volgende

Bindweefsel